De tweetalige basisschool
In het tweetalig primair onderwijs (de tweetalige basisschool) krijgen kinderen vanaf groep 1 gedurende 30% tot 50% van de tijd les in het Engels.
Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar wat het effect is van de Engelstalige lessen op de taalontwikkeling van kinderen door het onderwijs samen met o.a. een groep onderzoekers van ITS, de universiteiten van Maastricht, Nijmegen, Utrecht en het Expertisecentrum Nederlands.
Naast het Engels krijgen ook steeds meer kinderen Duits of Frans op de basisschool. Niet alleen in de grensregio's, maar ook in andere delen van Nederland.
Duits en Frans op de basisschool zijn net als Engels mogelijk vanaf groep 1. Spelenderwijs de taal leren staat daarbij voorop.
TOS en de tweetalige basisschool
Helaas wordt er zelfs op de tweetalige basisschool enkel beoordeeld op- en vergeleken met het Nederlands. Bij een meertalig kind met TOS wordt op het gebied van taal enkel gekeken naar Nederlandse woordenschat, begrijpend lezen in het Nederlands en begrijpend luisteren in het Nederlands.
De welbekende CITO toetsen worden vaak ook enkel afgenomen in het Nederlands, terwijl er bijvoorbeeld ook Engelstalige CITO-toetsen zijn.
(Red.: CITO heeft voor deze Engelstalige toets een ietswat onhandige naam gekozen: Me2!)
Concreet betekend dit dat er bij de TOS-ondersteuning door de expertise centra aan de school enkel ondersteuning wordt gegeven in het Nederlands.
Hierbij moet je je realiseren dat dit ook enkel de opdracht is van deze scholen en aangezien de TOS-ondersteuning van expertise centra slechts ondersteuning geven aan de Nederlandse eentalige school heeft niemand de plicht iets met meertaligheid te doen. Het is simpelweg niet de opdracht vanuit de wetgever.
Zolang de wet op dit punt niet wijzigd wordt de meertalige TOS-ondersteuning een taak van de ouders, een taak die ze maar lekker thuis doen in hun eigen tijd.